Moeder Zita
– blog Anneke Steinmann –
Logeren bij een gezin in het Romakamp
Vuil en vermoeid kwam moeder Zita aanlopen, thuiskomend van haar werk. Een kleine, slanke vrouw, in een sjofele trainingsbroek. Pas later hoorde ik wat haar dagelijkse job inhield. Wij stonden voor haar gammele huisje, collega Marjolein en ik. De buurvrouw was al een praatje komen maken, met baby op de arm, en een overbuurman had ons appels gebracht.
Hartelijk nodigde Zita ons binnen. We gingen op een bankje zitten en zij hurkte neer om op een ijzeren kookplaatje koffie te bereiden. Een noodoplossing, vertelde ze. Omdat ze niet genoeg hout voor de kachel hadden, waar ze meestal op kookte. Naar het piepkleine kacheltje kijkend, konden we ons nauwelijks voorstellen dat je daarop eten kan klaarmaken. Aan de muur waren prenten geprikt met Bijbelse voorstellingen. Zita vertelde dat ze altijd tot Jezus bidt. Maar ze ging niet naar de kerk, omdat ze geen fatsoenlijke kleding had.
De koffie smaakte verrassend goed. Dochter Ilona (7) kwam er verlegen bij staan en staarde ons met haar mooie bruine ogen aan. Niet lang daarna kwam echtgenoot Miki met de buurman thuis, die handen en hoofd in een teil koud water wasten. Ze hadden als dagloner in de bouw gewerkt. Ik wilde graag kennismaken met de bewoners van dit Romakamp en vroeg of ik een nachtje mocht blijven logeren. Gastvrij stemden ze daarmee in. Toen ik mijn spullen had opgehaald was er al een bed gereed gemaakt, naast het bed waar het gezin in sliep. Als Marjolein was meegekomen, zouden zij op de grond gaan slapen, zeiden ze. Eerst kreeg ik nog een vol bord met aardappels en kip.
Moeder vertelde van haar zorgen, hoe extreem duur alles is, onbetaalbaar voor hen. Omdat ze geen geld hadden voor de elektriciteitsrekening, had ze de gouden oorbelletjes van hun dochter beleend. Het meisje had metalen oorbellen ingekregen, maar die waren helemaal klem gaan zitten, zij kreeg ze niet meer uit. Ik stelde voor het te samen te proberen, wat het meisje toestond. Ik vroeg haar een liedje te zingen. Ze kon zo gauw niets bedenken, maar ze kon wel gedichten opzeggen! Terwijl haar moeder en ik aan beide zijden de achterstukjes loswrikten, declameerde Ilona verzen, de ene na de andere. Prachtige gedichten, zoals van Poeskin! Wat een bijzonder moment, zoveel schoonheid in zo’n arme Romahut.
Ondertussen had vader Miki het kacheltje aangestoken, met wat geverfde stoelpoten. Ik kon me voorstellen dat je in zulke armoede niet teveel nadenkt over ongezonde brandstof. De goudkleurige gordijnen wapperden geregeld de kamer in en ik zag dat er geen glas in de sponningen zat. Hoe zal het hier zijn als het straks vriest?
De volgende morgen waren de gezinsleden al vroeg uit de veren. Vader bracht zijn dochter naar school, zo’n 3 kilometer lopen. Zita vertelde toen dat zij naar de vuilnisbelt ging, om ijzer te zoeken. Ze had een hamer bij zich, om van apparaten het metaal los te kunnen slaan. Dagelijks is ze zeven uur aan het ploeteren. Ze moet tenminste drie kilo ijzer inzamelen, dan kan ze van de opbrengst een brood kopen… Ik vroeg of ik mee mocht. Al dikwijls ben ik met Romagezinnen op pad geweest, om paddenstoelen te zoeken, groenten te verkopen, en dergelijke. Maar naar de vuilnisbelt gaan mocht nooit, ook deze keer niet, om een welbekende reden. “De stank is onverdraaglijk”, fluisterde Zita me toe.
Vriendschappelijk zei ze mij gedag en vertrok. Die kleine, tengere, moedige moeder. Wat bewonderde ik haar!
Vierambachtsstraat 20
3023 AM Rotterdam
(010) 477 44 42
NL41 INGB 00059 86 122
KvK:
53163095
RSIN:
850774767